Het AD mag een artikel publiceren dat is gebaseerd op geluidsopnames die gemaakt zijn door wijlen Peter R. de Vries. Dat heeft het Hof in Amsterdam geoordeeld in een door Royce de Vries, zoon van Peter R. de Vries, aangespannen kort geding tegen de krant. Het AD moet er echter wel voor zorgen dat bepaalde informatie niet naar personen herleidbaar is.
De publicatie van het AD zou volgens Royce de Vries zijn veiligheid in gevaar brengen. Hij spande daarop samen met de Orde van Advocaten een kort geding aan tegen de krant om publicatie tegen te houden. De rechtbank gaf De Vries eerder in een uitzonderlijke en verstrekkende uitspraak gelijk. De advocaat van het AD noemde het publicatieverbod van de rechtbank eerder een “poging de Nederlandse pers te muilkorven” en het AD ging in hoger beroep.
Het Persvrijheidsfonds werd eerder als voegende partij toegelaten in de procedure vanwege het principiële belang dat met deze zaak gemoeid is.
Het Fonds is tevreden met de uitkomst van het hoger beroep. Het gerechtshof heeft volgens Persvrijheidsfonds-bestuurssecretaris Thomas Bruning een belangrijke correctie gegeven op de eerdere uitspraak van de president van de rechtbank in Kort Geding. ‘Als er sprake is van een maatschappelijk belang moeten journalisten ook uit geheime opnames kunnen citeren’, zegt Bruning. ‘Het chilling effect uit het oorspronkelijke oordeel is door het hof weggenomen.’
Daarnaast is Bruning blij dat er nu een heldere en complete motivatie ligt welke afweging wordt gemaakt tussen veiligheids- en vertrouwelijkheidsbelangen enerzijds en het belang van persvrijheid en publicatie anderzijds. ‘Want die ontbrak in het eerste oordeel volledig.’